Pygmalion-effect
Onlangs was de musical My Fair Lady weer eens op tv. Het verhaal over de snobistische professor Higgins en de recht-voor-zijn-raap en laagopgeleide Eliza. Higgins heeft een weddenschap met een vriend. De professor beweert dat hij Eliza kan omtoveren: naar een welgemanierde en chique dame die keurig Engels spreekt in plaats van het platte Cockneydialect. Dat lukt hem en hij wordt smoorverliefd op de nieuwe Eliza.
De musical is gebaseerd op het boek Pygmalion van Bernard Shaw. Shaw werd op zijn beurt geïnspireerd door het verhaal van de Romeinse schrijver Ovidius. Die schreef een liefdesverhaal over de prins Pygmalion, een kritische man met een voorliefde voor beeldhouwen. Pygmalion is vrijgezel want geen enkele vrouw is goed genoeg. Gefrustreerd maakt hij uit ivoor een prachtig vrouwenbeeld en … wordt er verliefd op. Hij koopt allerlei cadeaus en juwelen voor haar en wil uiteindelijk maar een ding: het beeld tot leven wekken. Vurig spreekt hij zijn wens uit: ‘Goden, als u alles kunt geven, geef mij dan een vrouw die lijkt op mijn ivoren vrouw.’ En het wonder geschiedt: het prachtige beeld wordt een vrouw van vlees en bloed. De zielsgelukkige prins trouwt met haar.
Self-fulfilling prophecy
In de psychologie wordt dit fenomeen het Pygmalion-effect genoemd: we gedragen ons naar de verwachtingen die belangrijke personen in ons leven van ons hebben. Harvard professor Robert Rosenthal onderzocht dit effect samen met Lenore Jacobson, schoolhoofd van een basisschool. In het experiment kregen alle kinderen op haar school een IQ test.
Tegen de leerkrachten van een aantal klassen werd gezegd dat ongeveer 20% van de kinderen in hun klas een hoog IQ bleken te hebben. Deze kinderen zouden het waarschijnlijk heel goed doen in het komende schooljaar. De leerkrachten kregen een lijstje van de namen van deze kinderen samen met hun IQ-score. In werkelijkheid was dit helemaal niet zo. Deze kinderen waren lukraak gekozen en blonken helemaal niet uit in de test.
Na acht maanden werden alle kinderen opnieuw getest. Wat bleek: de kinderen die waren aangemerkt als ‘high potential’ scoorden nu significant beter (4 tot 7 punten). Bij de jongste kinderen was dit effect het grootst. Het lijkt op de self fulfilling prophecy, de voorspelling die direct of indirect leidt tot het uitkomen van die voorspelling.
Meer onderzoek
Dit leidde tot een nieuwe onderzoeksvraag: hoe is dat mogelijk? Uit vervolgonderzoek bleken er vier factoren mee te spelen:
- Leraren zijn vriendelijker tegen de kinderen van wie ze een hoge verwachting hebben;
- Leraren geven deze leerlingen meer informatie en leermateriaal;
- Leraren laten hen langer praten als ze een vraag beantwoorden en gaan op het antwoord in;
- Leraren helpen bij foute antwoorden doordat ze doorvragen en de leerling zo het antwoord zelf verbetert.
In een boek van Stephen Covey kwam ik hier nog een mooi voorbeeld van tegen. Het gaat over een jonge lerares die net is afgestudeerd en een ‘moeilijke’ klas krijgt. Ze is door het hoofd van de school gewaarschuwd, in de klas zitten kinderen die het thuis niet altijd makkelijk hebben en over het algemeen geen beste resultaten boeken.
Vanaf het eerste moment behandelt zij de kinderen als de beste leerlingen van school. De leerlingen krijgen respect van haar en de jonge lerares vertelt dat ze trots is dat ze aan deze getalenteerde kinderen les mag geven en dat ze veel van hen verwacht. De kinderen vinden het eigenlijk maar raar, ze denken dat hun nieuwe juf waarschijnlijk geen goede informatie heeft gekregen maar laten haar graag in die waan. Ze vinden het eigenlijk wel fijn.
Tot grote verbazing van het schoolhoofd en de leerlingen gaan de resultaten van deze klas na verloop van tijd flink omhoog. Ook de sfeer is verbeterd, er is meer rust in de klas en er is onderling meer vertrouwen. De jonge lerares paste het Pygmalion-effect met succes toe en gaf daarmee een hele klas een beter perspectief. Het lijkt op het verhaal van Rita Pierson, waar ik dit blog over schreef.
Uiterlijke kenmerken
Het experiment van Rosenthal leidde tot meer onderzoek. Het bleek dat uiterlijke kenmerken van leerlingen ook meespelen in de verwachting die de leraar heeft. Een aantrekkelijk gezicht, de houding van de leerling, zijn kleding. Gelukkig zijn er genoeg onderwijzers die dat onderscheid niet maken. We willen allemaal op een vriendelijke, geduldige manier geholpen worden tijdens onze schoolperiode. Hoe we eruitzien zou niet moeten uitmaken.
Tot slot: het Pygmalion-effect zie je natuurlijk ook in het bedrijfsleven. Een hogere verwachting van een leidinggevende leidt tot een betere prestatie van de medewerker. Het zelfvertrouwen van iemand groeit onder leiding van een ‘positieve Pygmalion’. Dat geldt voor werksituaties maar ook thuis, in gezinnen met opgroeiende kinderen. En ook op persoonlijk niveau:
“As you think so shall you be” (Wayne Dyer)
“Whether you think you can or whether you think you can’t, you’re right.” (Henry Ford)