Lol
Jaren geleden werkte ik bij een bedrijf waar een aantal collega’s uit Den Haag kwam. We hadden een hoop lol en er werd vaak in plat Haags een dolletje gemaakt. Regelmatig zong er wel iemand ‘O, o, Den Haag’ van Harrie Jekkers. Jiskefet was nog op televisie en elke woensdag hoorde je een collega zeggen dat Zaagmans langskwam: om de week doormidden te zagen.
Verkeerde naam
Ik werkte voor de verkoopmanager en moest regelmatig offertes versturen. Op een ochtend vond ik een gele memoplakker op mijn bureau van hem. Offerte stond erop, wat prijzen, 5% korting, de bedrijfsnaam en de naam van de contactpersoon: Hobbesmets. Ik ging aan de slag, maakte de offerte en stopte hem in een envelop. E-mail bestond nog niet. Ik legde een kopietje op het bureau van de verkoopmanager zodat hij wist dat de offerte was verstuurd.
Toen ik de volgende ochtend binnenkwam zag ik alle hoofden mijn kant opdraaien. Vreemd dacht ik, ik ben gewoon op tijd. ‘Deze offerte heb je toch niet verstuurd hè?’ De verkoopmanager keek me streng aan. Hij hield het kopietje omhoog. ‘Ja, tuurlijk. Dat stond op het memoblaadje,’ antwoordde ik een beetje ongerust. Na wat gevloek kwam de uitleg: de contactpersoon heette anders en zeker geen Hobbesmets. Hobbesmets bleek een Haagse uitdrukking voor armoedzaaier. ‘Waarom stond dat dan op het blaadje?’ wilde ik nog weten. Ik hoorde mijn collega’s om me heen in lachen uitbarsten.
Omgaan met fouten
Ik moest aan dit voorval denken toen ik het boek las van de psycholoog Carol Dweck, Mindset, de weg naar een succesvol leven. Als jong onderzoeker wilde Dweck weten hoe mensen omgaan met fouten. Ze ging kinderen observeren die een steeds moeilijker opgave moesten maken. Dweck verwachtte dat er veel verschillen zouden zijn in de reacties. Dat was niet zo. Bijna alle kinderen reageerden hetzelfde. Ze wilden liever stoppen. Op twee jongens na. Die werden juist enthousiast toen ze de moeilijke opgaven kregen. ‘Leuk, een uitdaging!’, zei de een. In plaats van bezorgd te denken: ‘ik kan dit niet’.
Dweck ging er voor die tijd vanuit dat je iets kunt of niet. Je was slim en je had talent of je was dom en niet getalenteerd. Dweck stond daarin niet alleen. Het was gewoon zoals veel mensen dachten. Ik herken het omdat mijn vader ook die opvatting had. Je intelligentie stond vast, punt. De een had een talenknobbel, de ander een wiskundeknobbel. Of geen knobbel.
De mindset
Het idee dat talent of IQ niet ontwikkeld kan worden noemde Dweck de statische mindset. De enthousiaste reactie van de twee jongens gaf ze de naam groei mindset.De statische mindset gaat er dus vanuit dat intelligentie, persoonlijkheid en karakter vaststaande eigenschappen zijn. Er moet iets in de basis aanwezig zijn, want anders valt er niets te ontwikkelen. Die denkstijl maakt je wel een beetje kwetsbaar. Een fout maken betekent dan al snel dat je geen aanleg hebt. Dus doe je je best om niet dom over te komen.
Het zorgt er ook voor dat je hoge eisen aan jezelf stelt. Als iets lang nodig heeft (een blog schrijven bijvoorbeeld) kun je dat met een statische mindset zien als falen. Of als je collega iets snel onder de knie heeft en jij niet. Het maakt je onzeker. Met een statische mindset moet je meer moeite doen om zelfvertrouwen te krijgen of te behouden.
Verder heb je met deze denkstijl de neiging om:
– Uitdagingen te vermijden;
– Je defensief te gedragen en het gauw op te geven;
– Inspanning te zien als zinloos of;
– Kritiek of leerzame, negatieve feedback te negeren;
– Succes van anderen als bedreiging te zien.
Met een statische mindset blijf je dus veilig in je comfortzone. Je komt volgens Dweck snel op je ‘maximale niveau’. Je bereikt minder omdat er simpelweg minder oefening is. En dus minder ontwikkeling.
Nieuwe ontdekkingen
Dankzij de uitvinding van de MRI is er de laatste vijftien jaar veel ontdekt over de werking van het brein. Het brein blijkt juist heel flexibel te zijn. Neuroplasticiteit heet dat. Zelfs op latere leeftijd kunnen de hersenen nieuwe verbindingen leggen (al gaat het iets minder snel). Het oude idee dat talent of IQ niet ontwikkeld kan worden is dus echt achterhaald. Je kunt je brein verder ontwikkelen door: lezen, dansen, slapen, creatief bezig zijn, een muziekinstrument leren spelen en reizen maken naar plaatsen waar je nog niet bent geweest. Goed nieuws.
Dat je in deze tijd toch last kan hebben van een statische mindset, ligt aan goedbedoelde complimenten. Als je wordt gecomplimenteerd met: ‘Wat ben je toch slim’, of ‘wat een talent ben jij!’ krijg je de neiging om dat beeld vast te houden. Je durft daarna geen fout meer te maken! Beter zijn complimenten die over de inzet gaat. ‘Wat heb je hard gewerkt’, of ‘wat goed dat je hebt doorgezet ondanks die tegenslag’.
Naar een groei mindset
Een groei mindset ontwikkelen is volgens Dweck prima te doen. Het begint met anders te kijken naar het leerproces: als je iets nieuws leert, horen fouten maken en oefenen er gewoon bij. Een fout maken is niet langer een aanval op je zelfbeeld. Als je een groei mindset wilt, is dit het advies:
– Verwelkom uitdagingen;
– Geef niet op bij tegenslag;
– Zie inspanning als de weg naar meesterschap;
– Leer van kritiek;
– Haal lering en inspiratie uit het succes van anderen.
Carol Dweck eindigt haar boek met eerlijke woorden: heeft de groei mindset al haar problemen opgelost? Nee. Maar het leidde wel tot een ander, rijker leven. Ze leeft bewuster, ze durft meer en ze is oprechter.
Van de Hobbesmets-fout trok ik me trouwens niet veel aan. We hebben de offerte opnieuw verstuurd, nu met de goede naam en een flauw excuus over Word. Maar van een deal is het niet meer gekomen.
Foto: John Schnobrich via www.unsplash.com